In zijn boek 'Winnen, van talent naar topspeler' stelt oud-keeper Hans van Breukelen dat voetbal eigenlijk een 'denksport' is. Niet zijn fabelachtige techniek onderscheidt bijv. Messi van alle andere topvoetballers, maar het feit dat hij tijdens een wedstrijd continu de juiste keuzes maakt: links óf rechts de man passeren, de keeper omspelen óf met een stiftje de bal over de keeper heen wippen, de bal afspelen óf voor je eigen kans gaan etc.
Mental coaching
Hans van Breukelen baseert zijn stelling op bevindingen die hij doet zowel binnen als buiten de voetbalwereld. Hij begint zijn boek met de driehoek sport, wetenschap en bedrijfsleven en houdt een pleidooi voor meer mental coaching in de voetballerij. Hij refereert daarbij aan gesprekken die hij heeft gevoerd met belangrijke personen uit de voetballerij, zoals Louis van Gaal die zijn spelers wekelijks een vragenlijst over stressfactoren laat invullen, Guus Hiddink die een mental coach vooral ziet als adviseur van de trainer en Bert van Marwijk die aangeeft dat bij mental coaching rekening moet worden gehouden met de voetbalcultuur en een vertaalslag moet worden gemaakt naar de voetbalpraktijk.
Daarnaast laat Hans van Breukelen in zijn boek personen van buiten de voetballerij aan het woord zoals professoor Nico van Yperen die aangeeft dat belangrijke succesfactoren voor voetballers doelcommitment en omgaan met tegenslagen zijn. Of de Engelse sportpsycholoog Bill Beswick die in zijn boek 'Focused on Football' uitgaat van vijf stappen op weg naar compleet presteren: levensstijl, fysiek, techniek, mentaal en emotioneel. Hans van Beukelen pleit dan ook voor mentale training als standaard onderdeel van de jeugdopleiding. Deze stelling wordt ondersteund door voetbalcoach én bewegingswetenschapper Raymond Verheijen die aangeeft dat fysiek en mentaal niet los van elkaar kunnen worden gezien omdat ze allebei onderdeel uitmaken van één lichaam.
Gescheiden werelden
Het probleem op dit moment is echter dat de wetenschap en topvoetbal nog twee totaal gescheiden werelden zijn: de intelligente/introverte wetenschap versus de praktische/straatslimme voetbalwereld. Het blijkt nog lastig om de theorie naar de praktijk te brengen en de abstracte informatie over te brengen. Daarmaast is de sportpsychologie nog een jonge wetenschap en is er nog relatief weinig onderzoek op dit gebied verricht.
Voetbaldenken
Hans van Breukelen introduceert in zijn boek het concept van 'Voetbaldenken': ons lichaam is een eenheid, de spieren zijn 'slaven' van de hersenen, voetbal is een denksport en het maken van de juiste keuzes in het veld bepalen het prestatieniveau. Voetbaldenken wordt verstoord door 'niet-voetbal-gedachten': een gemiddeld mens is zich van 10% van zijn handelingen bewust, de overige 90% gebeurt onbewust (op intuïtie). Bij voetbaldenken draait het om de volgende zaken: doelen stellen, doelcommitment tonen, teamrollen begrijpen, taken uitvoeren, juiste voeding kiezen, arbeid-rustverhouding, gedachten filteren, mogelijkheden zien, keuzes maken, improviseren, leren van fouten en voetbalhandelingen verrichten.
Neuropsycholoog Erik Matser geeft in het boek aan dat talenten vanaf de puberteit getest kunnen worden op ruimtelijk inzicht, lerend vermogen en snelheid van informatieverwerking. Daniel Coyle geeft echter aan dat talent niet aangeboren is, maar groeit door volledig toegewijde, grensverleggende en gerichte training (en dus effectieve coaching). Deze eigenschappen kunnen op hun beurt ook weer gemeten worden.
Doelen
Een andere belangrijke factor die Hans van Breukelen in zijn boek aangeeft voor het slagen van talent is motivatie en het stellen van doelen. Daarbij is het opdelen van resultaatdoelen in (SMART) procesdoelen essentieel. In het boek worden verschillende topvoetballers/-trainers aan het woord gelaten over hoe belangrijk het stellen van doelen voor hen is geweest bij het bereiken van de absolute top. Daarbij hoort tevens een integrale voetbalaanpak: clubdoelen vertalen naar teamdoelen en vervolgens teamdoelen vertalen naar doelen per speler, per wedstrijd en per wedstrijdfase.