top of page


































In zijn boek 'Presteren!' pleit Maurits Hendriks op vele terreinen voor samenwerking tussen verschillende sporten, én tussen de sportsector en andere sectoren. Zo pleit hij voor kennisontwikkeling in z'n algemeenheid en ziet hij de meerwaarde van innoveren vooral in het bewandelen van de weg daar naartoe. Daarnaast gelooft hij sterk in het goed begeleiden van coaches en ziet hij voor hen vooral een rol weggelegd in het creëren van de perfecte omstandigheden voor de sporters. Verder is hij ervan overtuigd dat de topsport niet zonder de breedtesport kan.


Van elkaar leren

Maurits Hendriks pleit in zijn boek 'Presteren' ook voor een meer bedrijfsmatige aanpak van sport. Dit betekent o.a. dat de financiële focus meer op kansrijke sporten komt te liggen en dat NOC*NSF zich van een beleidsorganisatie naar een expertise-organisatie ontwikkelt. Hierbij is het van belang dat de verschillende sporten van elkaar leren en dat door middel van omgevingsanalyses meer benchmarking plaatsvindt.

Wetenschap

Verder pleit Maurits Hendriks voor betere samenwerking tussen de sport en de wetenschap. Hij geeft hierbij het voorbeeld van de universiteiten van Leipzig en Keulen die zich in Duitsland nadrukkelijk bezighouden met topsport. Verder is het van groot belang dat coaches uit verschillende sporten samenwerken en van elkaar leren. Hiertoe heeft hij een 'Coachplein' ingericht op Papendal waar coaches kunnen netwerken, bijeenkomsten kunnen bijwonen en een kijkje bij elkaar in de keuken kunnen nemen. Dit alles vanuit de Nederlandse mentaliteit van kennis delen en elkaar willen helpen.


Programma

Het ondersteunen van coaches gebeurt ook op basis van een 'assesment' dat speciaal is ontwikkeld in samenwerking met Adviesbureau GITP. Daarnaast heeft Maurits Hendriks een High Performance Team opgericht met een aantal prestatiemanagers. Hierin is o.a. Francesco Wessels opgenomen die een achtergrond heeft binnen Defensie. Verder is een 'Master Coach in Sports'-programma opgestart waarbinnen 140 coaches gedurende 200 dagen per jaar worden opgeleid. Doel van NOC*NSF hierbij is om sporters en coaches iedere dag beter te maken en een strategische aanpak van professionalisering in te voeren.

Geneeskunde

Een ander mooi voorbeeld van meer samenwerking binnen de sport is de aanpak rond de topsport geneeskunde. Dit werkveld bestond voorheen uit eilandjes en werkte niet volgens een bepaald systeem. Er is een topsportarts aangesteld met als taak het coördineren, verbinden en netwerken binnen de topsport geneeskunde. Verder is een aanvullende opleiding voor artsen in het leven geroepen in de vorm van een 'Masterclass Topsportarts' en is de band met de wetenschap sterker aangehaald. Daarnaast is er hard gewerkt aan de oprichting van een aantal CTO's in Amsterdam, Eindhoven en Papendal waarbinnen onderwijs, voorzieningen, begeleiding, accommodaties en medisch advies samen zijn gebracht.


Ontmoeting

Ook tijdens evenementen wordt de samenwerking tussen verschillende takken van sport gestimuleerd. Zo was er tijdens de Olympische Spelen van Rio in 2016 een 'TeamNL-lounge' in het Olympisch Dorp ingericht waar sporters uit verschillende sporten elkaar konden ontmoeten. Dit was onderdeel van het project 'TeamNL' met als doel de teamgeest tussen de Olympische sporters te vergroten.


































In het boek 'Los' van ex-judoka Dennis van der Geest en Jan Looman wordt o.a. de link gelegd tussen de sportsector en de psychologische/economische wetenschap aan de hand van het Model van Maslow. In het boek wordt een verband gelegd tussen het bereiken van de toestand van 'flow' in de topsport en de toestand van 'peak experience' (zelfontplooiing) in het Model van Maslow.

Maslow

De theorie van Maslow bestaat uit een 'behoeftepiramide' met treden die van onderaf wordt opgebouwd. Het fundament van de piramide wordt gevormd door de lichamelijke basisbehoeften. Daarboven worden de daaropvolgende mentale behoeften gebouwd. De eerste behoefte moet vervuld zijn voordat je aan de volgende toe kunt komen.

Het model van Maslow bestaat uit de volgende treden:

1. lichamelijke behoeften

2. behoefte aan veiligheid en zekerheid

3. behoefte aan sociaal contact

4. behoefte aan waardering en erkenning

5. zelfontplooiing

Wanneer zelfontplooiing hetzelfde is als 'flow' is het dus duidelijk hoe je aan de vorm van de dag komt: stap voor stap, trede voor trede!

Piramide

In de praktijk van de topsport worden de treden van de piramide veelal niet stap voor stap genomen. Vooral in het bevredigen van de behoeften van Maslow gaat veel mis. Het gaat mis omdat belangrijke signalen worden genegeerd en omdat de onomstreden theorie niet wordt toegepast. In het boek 'Los' worden de treden van Maslow stap voor stap doorgenomen in relatie tot de topsport:

1. de lichamelijke conditie moet uiteraard optimaal zijn

2. de sporter moet zich veilig en zeker weten; op het moment van de wedstrijd en mbt de toekomst

3. van belang is een regelmatig contact met mensen die dichtbij staan, goed contact met de omgeving

4. de sporter behoeft waardering voor zijn eigenheid en zijn eigenzinnigheid

5. pas als de waardering er is, ondanks of dankzij de eigenzinnigheid, komt de sporter in een flow

De enige kritiek die de wetenschappelijke wereld op het Maslow-model heeft geuit is het gegeven dat er niets mee gedaan is. Het nieuwe in de sportwereld en het nieuwe in de psychologie is dat in het boek 'Los' het model van Maslow serieus is genomen en richtinggevend is gemaakt voor goed en fout in de topsport. De sportpraktijk kan hiermee beoordeeld worden.

Flow

Na het bezien van Maslows theorie in de sport, is de theorie in het boek 'Los' vervolgens herzien zodat die optimaal te gebruiken is in de sport. Als sporter en coach gaat het erom vroegtijdig impulsen en emotie te herkennen en die op de juiste wijze te beantwoorden. Hoe beter je leert omgaan met emoties, des te groter is de waarschijnlijkheid van het bereiken van de vorm van de dag ('flow'). Als het zo is dat de topprestatie komt op het moment dat de genoemde behoeften vervuld zijn, zorg er dan voor dát die behoeften vervuld worden! Dennis van der Geest en Jan looman zijn vervolgens praktisch op pad gegaan: zij zijn het gaan dóén. Daarbij diende zich praktische vragen op als: hoe weet je wanneer aan welke behoefte moet worden voldaan? Kunnen we dat zien, kan de sporter of zijn coach dat zelf bepalen? Het antwoord daarop bleek bedrieglijk eenvouding, zoals in het boel 'Los' is te lezen.





























Om het inzicht in het trainersvak te vergroten heeft Gyuri Vergouw in zijn boek 'Bondscoach!' een aanpak ontwikkeld onder de titel 'MASTERPLAN'. Elke letter van dit woord is de beginletter van een onderwerp of activiteit waar een coach aandacht aan moet besteden wil zijn team succes hebben:

Missie

Aanpak

Selectie

Teambuilding

Evaluatie

Reputatie en relaties

Pers

Leiderschap

Assistenten

Nederlandse school

Bondscoach

Al ruim 15 jaar publiceert Gyuri Vergouw over het Nederlands elftal, waarbij hij altijd probeert uit te zoeken of trainers en spelers zinnige of onzinnige dingen zeggen. Daarom is hij op zoek gegaan naar antwoorden op de vele vragen die bij coaches leven. Gyuri Vergouw wil na al die jaren van onderzoek, waarin hij wedstrijden bezocht en analyseerde, tv-beelden bekeek, statistische analyses maakte en interviews afnam bij (ex-)profs, trainers en wetenschappers, antwoord geven op die ene belangrijke vraag die bij zestien miljoen Nederlandse voetbalcoaches leeft: 'weet ik het écht beter dan de bondscoach?'. Kortom: auteur en adviseur Gyuri Vergouw legt het functioneren van de bondscoach van Oranje met dit boek onder het vergrootglas.


Doelen

Gyuri Vergouw geeft in zijn boek 'Bondscoach!' aan dat het belangrijk is om binnen de sport, net als daarbuiten, een missie en strategie op te stellen. Hierbij citeert hij o.a. oud-honkballer Robert Eenhoorn die in Amerika heeft geleerd om zich, vanuit een topsportmentaliteit, sterk te richten op concrete resultaten en doelen. Maar ook vanuit de Nederlandse voetbalwereld benadrukken mensen als Rinus Michels (strategie) en Louis van Gaal (totale mensprincipe) al jaren het belang hiervan. Tactiek betekent het zo goed mogelijk gebruik maken van de beschikbare middelen (irt de sterkten/zwakten van het team). Het formuleren van doelstellingen, en commitment van de leiding én de teamleden, spelen hierbij een belangrijke rol (net als in organisaties buiten de sportwereld). Rinus Michels schreef zelfs een boek over het belang van teambuilding en leiderschap, en gaf hierin aan dat teambuilding de route naar het succes mogelijk maakte.


Evaluatie

Daarnaast geeft Gyuri Vergouw in zijn boek aan dat evalueren in de sportwereld, net als daarbuiten, zeer belangrijk is voor het borgen van prestaties en het voortbouwen hierop. Als voorbeeld haalt hij hierbij het Duitse voetbal aan, met name als het gaat om hun aanpak rond de fitheid van spelers en het nemen van strafschoppen. Hierdoor winnen Duitsers vaak wedstrijden in de laatste minuut, na verlenging of via een strafschoppen-serie. Daarbij wijst Gyuri Vergouw ook op de moeizame relatie tussen de Nederlandse voetbalwereld en het aspect van 'mental coaching'. Dit terwijl coaches uit andere sporten, zoals Marc Lammers en Robin van Galen, al jaren met succes gebuik maken van sportpsychologen en de factor stress bij het nemen van strafschoppen vaak duidelijk een beslissende rol speelt.

Analyse

Verder haalt Gyuri Vergouw het voorbeeld van Noorwegen aan als land waar in de voetbalsport veel gebruik wordt gemaakt van statistieken en het analyseren van standaardsituaties en verlengingen. Dit terwijl volgens hem het conservatisme binnen het Nederlandse voetbal overheerst en er geen innovatie en ontwikkeling (meer) plaatsvindt. Coaches worden vaak geselecteerd op basis van reputatie met een hoog 'ons kent ons'-gehalte en er wordt nauwelijks met een kritische blik gekeken naar het daadwerkelijk functioneren van betreffende coaches.

Leiderschap

Als het om leiderschap in de sport gaat put Gyuri Vergouw zowel uit de sport- als de managementliteratuur (zoals bijv. de boeken van Peter Drucker). Bij het onderdeel 'Assistenten' refereert hij vooral aan de taak- en functiegerichte assistenten uit de Amerikaanse profcompetities als de NFL en de MLB. Daarnaast concludeert Gyuri Vergouw in zijn boek dat bij de opleiding binnen de Nederlandse School de nadruk vooral ligt op techniek ipv winnen en dat er een bepaalde 'arrogantie' binnen de voetbalwereld bestaat als het gaat om het gebruik maken van wetenschappelijk onderzoek.

bottom of page